Waarom is fermenteren zo gezond

Marijke Alblas| PUBLICATIEDATUM NA PUBLICATIE

Fermenteren is een oude en natuurlijke manier om voedsel te maken en te bewaren. Mensen doen dit al duizenden jaren, vaak zonder dat ze precies wisten waarom het zo gezond was. Bij fermenteren helpen goede bacteriën of gisten om eten te veranderen. Ze eten de suikers in het voedsel op en zorgen ervoor dat het product een andere smaak krijgt en langer houdbaar blijft. Bekende voorbeelden van gefermenteerd eten zijn yoghurt, zuurkool, kimchi, kaas en kombucha.


Gefermenteerd eten is vooral gezond voor je buik. In je darmen leven namelijk miljarden bacteriën die je helpen bij het verteren van eten en die ervoor zorgen dat je je fit en energiek voelt. De goede bacteriën in gefermenteerd voedsel ondersteunen deze darmbacteriën. Daardoor kun je minder last hebben van buikpijn, een opgeblazen gevoel en problemen met de spijsvertering.


Daarnaast helpt fermenteren om je weerstand sterker te maken. Een groot deel van je afweersysteem zit in je darmen. Als je darmen gezond zijn, kan je lichaam zich beter verdedigen tegen ziektes zoals verkoudheid of griep. Door regelmatig gefermenteerd voedsel te eten, ondersteun je je afweersysteem op een natuurlijke manier.


Nog een voordeel is dat gefermenteerd eten makkelijker verteerbaar is. Tijdens het fermenteren is een deel van het voedsel al afgebroken, waardoor je lichaam minder hard hoeft te werken om het te verwerken. Ook kunnen er extra vitamines ontstaan, zoals vitamine B en K, die belangrijk zijn voor je energie, botten en hersenen.


Tot slot is fermenteren een pure en natuurlijke manier om voedsel te maken, zonder kunstmatige toevoegingen.

Vroeger hadden mensen geen koelkast, maar door fermenteren bleef eten toch goed. Dat maakt fermenteren niet alleen gezond, maar ook slim en duurzaam.